Case Reviver – Profilering, merkcreatie en webdesign
Er zijn zoveel branches waar je het bestaan niet van weet of er te weinig kennis van hebt om er iets zinnigs over te zeggen. Nog zo’n mooie bijkomstigheid van wat wij doen, we leren veel. E-waste is daar een voorbeeld van. Een industrie op zichzelf, actueler dan ooit.
Lennaert van Offenbeek en Ming Tan van het bedrijf BuyBack360 (hierna BB360) benaderen ons omdat ze een verhaal te vertellen hebben. En dat tot dusver nog niet doen. Weer een praktijkgeval van een bedrijf waar het succes vooruitloopt op haar communicatie. Ze zitten vast, er is geen basis, alles staat ter discussie. Ze willen van een naam naar een merk en vragen ons of we daar medeplichtig aan willen zijn. Duh.
Elektronisch afval, ook wel e-waste genoemd, is afval dat bestaat uit defecte of verouderde elektrische en elektronische toestellen. Tot zover de omschrijving die Wikipedia ons leert. Het is wat je er bedrijfsmatig mee doet waar je het verschil kunt maken.
En daar kwamen we gedurende de diverse gesprekken, het onderzoeken, het navragen en het inventariseren van al wat in de branche leeft. En dat is nogal wat. Maar uiteindelijk is dat niet waar wij naar zoeken. Natuurlijk moeten we het speelveld en de spelers leren kennen. Maar waar we écht naar op zoek zijn is het onderscheidend vermogen, dat kan een klein detail zijn. Maar juist dat detail kun je groot maken, als het maar waar is en (uit)gedragen wordt.
BB360 claimt een interessante positie in de keten van het verwerken van e-waste. De intentie van BB360 is om het product terug te brengen in de originele vorm, niét om het te vernietigen of verwerken tot grondstoffen. Ze willen het dus geen afval laten worden. Platgeslagen en zonder context reviseert men dus. Belangrijk is daarbij om ondernemers bewust te maken over de waarde die dat voor hen kan hebben.
En het mooie van Lennaert en Ming is dat ze vanuit het gevoel echt iets goed willen doen. Geen loze woorden over duurzaamheid die je zo vaak leest. Nee juist bewijslast, cijfers en menselijkheid. Datzelfde geldt voor certificering, logischerwijs een belangrijk item als het gaat om bestandsdragers en het vernietigen van de privacy-gegevens (wiping). Iedereen valt over elkaar heen om van alles te noemen wat dat zou bewijzen, terwijl veel niet tot de kern komt. Ming hekelt dat en wil juist stelling nemen over wat belangrijk is en welke certificering daarbij hoort, no-nonsense.
Als we dat allemaal op willen sluiten in het toekomstige merkverhaal vonden wij dat de huidige naam behouden niet de juiste keuze is. Niet omdat je een slechte naam hebt, maar gedurende het proces begon het bij ons te wringen. Uiteraard hebben we volledig onderbouwd waarom een nieuwe naam het bedrijf grote stappen vooruit kan helpen. Het moment was er ook naar. Met een nieuwe naam kunnen we meer geluid maken en een kartrekker worden in de branche, de plek claimen in de keten, uitnodigend en aaibaar.
We zagen het nieuwe merk niet persé sec als een commerciële dienstverlener. Eerder een inspirator en kartrekker voor de plek in de keten. Een entiteit die ondernemers wil inspireren en samen iets wil bereiken.
Daar staat ie dan. Niet alleen een stoer woord wat ambitie en actief denken weergeeft. Het is tevens een palindroom wat letterlijk uiting geeft aan de circulaire gedachte, we draaien het om. En als je het vertaalt is het volledig van toepassing op je denken en doen.
En wat altijd goed werkt bij een nieuw merk is het onderbouwen met een descriptor. Voor wat extra aandacht, campagneraakvlakken en/of een statement.
En dat is het geworden, allemaal. Het idee werd niet alleen met veel enthousiasme ontvangen, het heeft Lennaert en Ming echt de handvatten gegeven om heel gericht te kunnen gaan vertellen wat ze voor de doelgroep willen betekenen. Nu is het echt waar.
Samengevat, wat hebben we bedacht en gemaakt;